In België doet 25 april even weinig belletjes rinkelen dan 21 juli in Portugal. Het mondiaal gezien zo kleine Europa mag dan zogezegd wel een unie zijn, in de praktijk is de nationale geschiedenis van de andere lidstaten één grote onbekende. Daarom vandaag een stukje vaderlandse Portugese geschiedenis voor mijn Vlaamse en Nederlandse lezers.
Door talrijke koloniale oorlogen was Portugal in het begin van de jaren 70 verarmd tot een van de armste landen van Europa. Door hoge werkloosheid en armoede heerste er een enorme onvrede en werd de roep om democratie steeds groter. Het land werd immers al 40 jaar autocratisch bestuurd door het Estado Novo-bewind met Antonio de Oliveira Salazar als meest gekende boegbeeld.
We vliegen nu met onze teletijdmachine eventjes terug naar 25 april 1974. Hubert Braem, 21 jaar, werkt als eenvoudige bediende in de Antwerpse Volksspaarkas. Celeste Caeiro is op datzelfde moment een eenvoudige serveerster in restaurant Franjinhas, Rua Braancamp in Lissabon. Celeste zal die dag onvergetelijk worden. Hubert wordt dit nooit, tenzij voor enkele schaarse uitzonderingen. Maar hij had ook nooit kunnen vermoeden dat hij het verhaal van Celeste 50 jaar later in een blog zou neerpennen, dus wie weet?
24 april 1974 22:55 op de radio wordt het lied ‘E depois do Adeus’ van Paulo de Carvalho gespeeld. Dit geflopte eurosongfestivallied, Portugal eindigde als laatste, is een in het geheim afgesproken sein voor opstandige Portugese officieren en soldaten om hun posities in te nemen voor een opstand tegen het regime.
25 april 1974 00:25 op Radio Renascenca klinkt ‘Grandola, Vila Morena’ van Jose Afonso, een lied op de zwarte lijst wegens de verwijzingen in de tekst naar communistische idealen. Nu weten de opstandige legereenheden in heel het land dat de coup definitief begonnen is en er geen weg terug is.
Even terug naar Celeste. Het restaurant waar ze werkt viert op 25 april zijn eerste verjaardag. De eigenaar heeft een voorraad bloemen besteld want iedere bezoeker zal die dag als aandenken een anjer meekrijgen. Maar omdat de bevolking langs de radio opgeroepen wordt om thuis te blijven of om er zo vlug mogelijk naar terug te keren, blijft het eethuis dicht. Celeste mag van haar baas de anjers meenemen.
Intussen trekken de soldaten met tanks en te voet door de straten van Lissabon. Een van hen vraagt aan Celeste om een cigaret maar die rookt niet. In een opwelling geeft ze hem een anjer die hij in de loop van zijn geweer steekt. Dit gebaar wordt razendsnel overgenomen door anderen en alle bloemenstalletjes zijn in een paar tellen leeg. Het beeld van de tank met een anjer in de loop wordt later iconisch.
Tijdens de revolutie lossen de soldaten geen enkel schot. Er vallen wel 4 doden in Lissabon wanneer de politieke politie op een groep demonstranten aan de poort van hun kantoor schiet.
Vandaag zijn we exact 50 jaar verder. In heel het land wordt 4 dagen gefeest al zijn de meeste winkels wel open en is er morgen geen brugdag. Toch leeft er bij de oudere bevolking nog een bepaalde vorm van heimwee naar de tijd van voor de revolutie. Het recente stemgedrag van de jongste kiezers stemt ook tot nadenken.
En Celeste? Die kan op 2 mei – volgens wikipedia – haar 91° verjaardag vieren. Misschien wel met een bosje anjers.