Er is een goede voorspeller aan mij verloren gegaan. Trouwe bloglezers herinneren zich wellicht nog het slot van de blog van vorige week: ik zou deze week een frisse, koude of bevroren neus halen….
Al durf ik af en toe wel eens te overdrijven, de voorbije week was het gewoonweg onmogelijk om onder te drijven: alles was bevroren in mijn omgeving. Die omgeving bevond zich uitzonderlijk eens niet in de Algarve maar in en rond de mooie stad Leuven.
Het lief had me op 1 januari een nieuwe XXL-box gegeven om in 2024 al mijn goede punten in op te bergen. Om die doos alvast een beetje gevuld te krijgen reisde ik gewillig en vrijwillig met haar mee naar België waar ze een controle-afspraak had met de dokter die haar eind vorig jaar behandelde. Dat Ryanairvluchten in deze tijd van het jaar spotgoedkoop zijn hielp uiteraard en dus vlogen we maandag naar Charleroi.
We waren voorbereid op ietwat lagere temperaturen en mogelijks nu en dan een sneeuwvlokje. Wisten we veel dat ook een zekere Boreas en zijn dochter Chione op dezelfde vlucht zouden zitten. Hij, de Griekse god voor koude, duisternis en sneeuw, zij de godin van de sneeuw. Geen verwarmende figuren, vind ik persoonlijk.
We mochten van onze goddelijke medereizigers nog net sneeuwvrij naar het Leuvense rijden maar daarna lieten ze zich eens goed gaan. We ploeterden de rest van ons verblijf door een sneeuwtapijt dat hier en daar tot 20 cm dik lag. Zelfs goed gemutst kreeg ik rode oortjes zonder die beruchte stripreeks te lezen.
Het moet gezegd dat iedereen zijn of haar uiterste best deed om ons toch wat opgewarmd te krijgen. Uiteraard staat dagelijkse kost met een Vlaams tintje altijd op ons verlanglijstje als we in België zijn. Ik verorberde maandagavond een hoeveelheid chipolata worstjes om de Chippendales te doen blozen. Stonden de daaropvolgende dagen ook op het menu: stoofvlees, frietjes-met-saté-van-de-frituur en een dampende pot Zeeuwse mosselen. Dat alles nu en dan aangevuld met een warm worstenbroodje en koffiekoeken van de warme bakker - of was het van de hete bakkerin?
Spannend werd het woensdag toen de dokter nog een bijkomend onderzoek voorstelde aan Annie. Dat kon echter pas later in de week. Donderdagmorgen kregen we bericht dat het die namiddag kon. De dokter zou het resultaat vrijdag doorbellen. Dat gebeurde pas tegen 18 uur – ‘met mijn excuses, het was erg druk vandaag’ – maar gelukkig bleek alles dan toch in orde te zijn. De sneeuw kon ons geen vlok meer schelen!
Zaterdag om iets voor 13 uur kuste ik het lief op het tarmac van de luchthaven van Faro. Om Michael O’Leary niet al te gemakkelijk zijn doelstellingen te laten halen hadden we het vertikt om extra te betalen voor een zelfgekozen vliegtuigstoel. Het gevolg was dat Annie zowat aan de staart van het vliegtuig hing en ik bijna op de schoot van de piloot zat.
Na een meer dan twee uur lange, gescheiden tocht is het niet verwonderlijk dat ons weerzien heftig was. Als een oude schuur in brand schiet…is de warmte immens groot. Wanneer het er twee tegelijk zijn moeten hulpvoertuigen alle sirenes opzetten in België. In Faro knikt het klaar-overtje van dienst dan goedkeurend en begripvol.