Na een goede nachtrust en een andermaal heerlijk ontbijt trokken we op zondag 26 mei opnieuw de stad in. Het was voor mij een speciale dag want precies 26.299 dagen na mijn geboorte vierde ik mijn 72° verjaardag.
Het leek er even op dat ik tot de jaren van verstand zou gaan komen want ik zei poeslief tegen het lief: ‘Vandaag doen we niet aan stappen en traplopen, ik ga de app gebruiken waarmee je uberal naartoe gereden wordt.’ Ze vond het zo prima dat ze zelfs even sprakeloos was.
Eerste halte: het Hardrock café! Sinds ik kennismaakte met dit wereldwijd verspreide horeca fenomeen wil ik die zaak in zoveel mogelijk steden een bezoekje gaan brengen. Ook in Porto verliep de ontvangst hartelijk. Ik kon het natuurlijk weer niet nalaten om te vermelden dat ik jarig was en dat vonden ze ‘great!’.
Aan een tafel verder zat een dertienkoppig gezelschap ook al een feestje te vieren. Het jarige meisje was nog een prille puber maar ik straalde minstens even hard als zij toen ik na het eten ook toegezongen werd door de medewerkers en een kaarsje mocht uitblazen. Een mens is nu eenmaal maar zo oud als hij zich voelt.
Eén t-shirt later kuierden we toch nog eventjes door de omliggende straten en we belandden plots aan het eindpunt van lijn 1 waar het ouderwetse gele trammetje op ons leek te staan wachten. We kochten kaartjes en vroegen ons af hoe lang de rit naar Nieuwpoort zou duren. Flauw grapje want wie goed oplette zag direct dat er Niepoort stond, reclame voor een van de portohuizen.
We rammelden gezellig mee tot aan de riviermonding in Foz do Douro en bezochten daar een leuke namiddagmarkt in het park. Daarna met een taxietje naar de Torre dos Clérigos waarvan ik de 225 treden NIET beklom – dus nog steeds verstand op ON – maar waar we in de naastliggende kerk het prachtige licht- en klankspel Spiritus bijwoonden. We waren overdonderd door het spektakel maar hielden het beschaafder dan andere toeschouwers die gewoon languit op de grond gingen liggen om gemakkelijker naar de plafonds te kunnen kijken.
De prachtige dag werd afgerond met een fadodiner zoals we er op vrijdag al een beleefden. Op dezelfde locatie, met dezelfde prachtige stemmen, maar met een andere, even lekkere, menukeuze. We genoten met een hoofdletter ‘G’ en ook die avond werd niet alleen voor mij ‘Parabéns a você’ gezongen. Het andere feestvarken, het was eerder een biggetje, bleek een Amerikaanse dame te zijn. Ik knorde zachtjes mee.
Aan alles komt een eind – behalve aan een chipolataatje: dat heeft er twee – dus maandag vlogen we terug richting het warmere zuiden. We checkten ’s morgens uit, snoven ’s middags nog eenmaal de sfeer van het mooie Porto op en stelden op weg naar de luchthaven vast dat het begrip ‘file’ dan toch bestaat in Portugal.
Geen paniek evenwel: we konden tijdig boarden en de terugvlucht verliep vlekkeloos. Enkel de auto van de luchthavenparking krijgen in Faro was een beetje ingewikkeld. Een goed gesprek via de intercom met de slagboom mijnheer later, was het probleem van de baan.
En wij erop, naar Tavira.