Uiteraard hebben we in Sevilla nog wat meer gedaan dan verbroederd met de supporters van Bilbao. Hun team heeft trouwens zoals ik voorspeld had de Spaanse voetbalbeker gewonnen, al was het niet met 2-0. Toen de wedstrijd afgelopen was – na verlengingen én penalty’s – lagen we overigens ‘moe maar tevreden’ alweer terug in ons bedje in de Algarve.
Ik had het in mijn vorig blogje over schijn die kan bedriegen. Welnu, bij de documentatie voor de hop-on, hop-off bus zat een leuk reclamefoldertje van het ‘Museo de las Ilusiones’. Het moet niet altijd de traditionele mix van kerken, paleizen en winkels zijn, dachten we en we kochten twee toegangskaartjes. Dat we gezien onze leeftijd én als houders van een buskaartje een gecumuleerde korting kregen maakte het al van bij de start een aangename kennismaking.
Eens binnen in het interactieve museum werden we vrij snel even enthousiast als de andere, jongere bezoekers en hun ouders. We experimenteerden er zodanig op los dat onze visuele cortex er mee dreigde naar de vakbond te stappen als we niet onmiddellijk zouden terugkeren naar de normaliteit. Dat moet hij nu juist tegen mij zeggen! Het bezoek leverde me nog een aantal verrassende foto’s op die me ooit wel eens van pas zullen komen.
Het was dus pokkedruk in Sevilla, maar mits wat creativiteit kan je zelfs in een superdrukke omgeving wat deugddoende rust en stilte ervaren. In Sevilla hebben ze daar het Alcazar voor, tenminste wanneer je slim en ervaren genoeg bent. Je koopt best tickets in het tijdsslot in de vooravond en wandelt na het binnenkomen direct door naar de tuin. Vermits vrijwel iedereen eerst tijd neemt om de binnenkant van het paleis te bewonderen blijft het buiten dan nog een hele tijd rustig. We genoten van de prachtige planten, plantsoenen en bomen en van een badhuis om ‘U’ tegen te zeggen. Van de paringsdans van een pauw in vol ornaat heb ik ook nog wat opgestoken. Ik herhaal: een dag niets geleerd is een dag niet geleefd.
Wat op het eerste gezicht een tegenvaller lijkt kan nog altijd uitdraaien op een aangename beleving. Neem nu ons bezoek aan het Hard Rock Café Sevilla, waar we toch wel op verlekkerd waren: die zaak is al maanden gesloten wegens een probleem met een of andere vergunning. Dan maar de lat nog flink wat hoger gelegd en tijd voor plan B!
We stapten zelfverzekerd Hotel Alfonso XIII binnen, gelegen in dezelfde straat dan ons plan A. Dit vijfsterren+ hotel ligt wel iets boven ons budget – met zijn prijs per nacht voor een standaardkamer zonder ontbijt tussen de 1.000 en 1.500 euro – maar een drankje aan de bar moest nog net kunnen, toch?
Met de hoed in de hand en onze aangeboren beleefdheid als deuropener werden we door een onthaalmedewerkster begeleid door een doolhof van majestueuze gangen naar de binnenbar. Echt heel indrukwekkend. De koffie was bij de lekkerste die ik ooit dronk. Mijn partner in crime dronk haar glaasje bubbels zowat bubbeltje per bubbeltje op. De rekening viel al bij al wel mee. We verkenden daags nadien daarom ook nog eens de buitenbar. Sedert mijn terugkeer in de Algarve drink ik nu agua sem gas. ‘Ook lekker hoor’ fluistert mijn kredietkaart.